Weefsel in grote mate bepalend (Deel 1)

Transportbanden bestaan uit verschillende lagen

De weefsel versterkte kunststof transportbanden in het assortiment van Bandtransport Europe zijn opgebouwd uit verschillende weefsel- en kunststoflagen. De weefsellagen in een transportband vormen het karkas van de band. Het weefsel bepaalt in grote mate de eigenschappen van een transportband, waaronder bijvoorbeeld de flexibiliteit en de sterkte.

De weefsellagen in de transportband zijn ingebed in thermoplastische kunststoffen, zoals PVC (polyvinylchloride), PU (polyurethaan), PE (polyethyleen), Polyester of siliconen. Bij Bandtransport Europe kunnen banden daarnaast gecoat worden met Hytrel®, een sterke, slijtvaste polyester kunststof geschikt voor applicaties met een zware belasting.

Eigenschappen van een transportband worden bepaald door weefpatroon en gebruikte garens

Het weefsel bepaalt niet alleen de sterkte van de band, maar beïnvloedt ook de rek, de flexibiliteit in de lengte. De breedtestabiliteit, de buigzaamheid in de breedte van de band, hangt eveneens nauw samen met het weefsel.

Daarnaast beïnvloedt het weefsel vele andere eigenschappen van een transportband. Zo kan het gebruikte weefsel er bijvoorbeeld voor zorgen dat een band antistatisch of rek- en krimparm is, of over een hoge kracht of inscheurweerstand beschikt. Een gewenst geluidsgedrag, een goede hechtingsactiviteit vertonen, of de beoogde wrijvingscoëfficiënt bezitten is ook nog een mogelijkheid.

Het eigenschappen van het weefsel, en dus ook de transportband, worden bepaald door de samenstelling van de gebruikte garens in combinatie met het weefpatroon.

Weefpatroon

Een weefsel bestaat uit draden die haaks met elkaar vervlochten zijn. De draden die in de lengterichting lopen worden de schering- of kettingdraden genoemd. De inslagdraden lopen in de breedte van het weefsel, dit zijn de draden die de scheringdraden kruisen. 

Bij het weven houdt een weefgetouw de scheringdraden op hun plaats. Een weefmechanisme tilt de scheringdraden op of laat deze vallen. Een spoel trekt de inslagdraden door de openingen tussen de scheringdraden. Door het patroon waarin de scheringdraden worden opgetild, ontstaat een specifiek weefpatroon.

Het weefpatroon en de onderlinge afstand van de draden in het patroon zijn van invloed op de benodigde trommeldiameter. Het weefpatroon is daarnaast ook van invloed op andere eigenschappen. Zo heeft fluisterweefsel bijvoorbeeld een heel specifiek weefpatroon dat voor een ander geluidsgedrag zorgt. Gebruik van fluisterweefsel zorgt voor minder geluidsoverlast bij (langere) transportbanden die met een hoge snelheid bijvoorbeeld dozen of bagage vervoeren. Fluisterweefsel wordt ook gebruikt voor loopbanden op joggingmachines.

Wat zijn de eigenschappen van mijn applicatie die eisen stellen aan mijn transportband?

Om ervoor te zorgen dat uw transportband aan de juiste eigenschappen voldoet is de keuze van het juiste transportbandweefsel van groot belang. Welke eigenschappen van uw applicatie zijn van belang bij de keuze van uw transportband? En welke transportband past daar het beste bij? Bandtransport Europe kan u bij die keuze uitstekend adviseren.

Aarzel niet contact op te nemen of bel +31 (0)251 319 119). Ik help u graag!

Het vervolg

In het volgende blog vertel ik meer over de samenstelling van de garens die gebruikt worden om het weefsel te maken en hoe deze garens de eigenschappen van de transportband beïnvloeden.